Eind maart is een arrest verschenen van de Hoge Raad waar ik als jurist naar heb uitgekeken: het Deliveroo arrest.

Waar ging deze casus om?

De Deliveroo bezorgers werkten op basis van een overeenkomst van opdracht. Vakbond FNV vond dat er hierbij sprake was van een arbeidsovereenkomst. De kantonrechter en het Gerechtshof gaven FNV al gelijk. Nu werd deze vraag wederom gesteld aan de Hoge Raad: zijn de bezorgers van Deliveroo werknemers of zzp-ers? Ook de Hoge Raad geeft FNV gelijk: de bezorgers zijn in dienst. Maar wat betekent deze uitspraak in de praktijk?

Wat kunnen we leren van het arrest?

Aangezien ZZP-ers tegenwoordig een hot-topic zijn, hadden veel juristen (waaronder ik) verwacht en gehoopt dat dit arrest een doorbraak zou zijn. Deze doorbraak is uitgebleven, omdat de Hoge Raad eigenlijk aangeeft dat de wetgever met het onderwerp bezig is. Wat het arrest wel biedt, zijn meer gezichtspunten om te beoordelen of er sprake is van een arbeidsovereenkomst. De Hoge Raad geeft aan dat alle omstandigheden moeten worden bekeken, waaronder:

Tips voor de praktijk:

De kans is aanzienlijk dat de eisen door de wetgever nóg meer worden aangescherpt. Gelet hierop is het arrest een goede aanleiding om jouw arbeidsrelaties te beoordelen. Doe jij dit namelijk niet en blijkt dat de zzp-er in dienst is? Dan kun je als opdrachtgever geconfronteerd worden met een fikse salarisvordering van deze “zzp-er”. Dit kun je wellicht bij sommige zzp-ers voorkomen door bijvoorbeeld: de gezagsverhoudingen aan te passen, de beloning aan te passen en de overeenkomst van opdracht nog meer aan te scherpen. Mocht je naar aanleiding van dit artikel vragen hebben over dit onderwerp? Neem dan contact op via info@beckers-juridischadvies.nl of 06 498 41 985

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *